Schreeuwende 3-jarige en een probleem met discipline
Kinderen van 2 tot en met 6 ontwikkelen hun individualiteit en gevoel voor eigenwaarde, volgens de beroemde kinderpsychoanalyticus Erik Erikson. Heroverweging van de intentie achter schijnbaar ondeugend gedrag voor het omgaan met een kind kan het verschil maken in de wereld, zegt de autoriteit van het hedendaagse opvoedingsautoriteit T. Berry Brazelton.
Autonomie en onafhankelijkheid
Erikson beschreef de strijd voor autonomie die een kind tegenkomt in het tweede en derde levensjaar. Naarmate de spieren van de benen van het kind volwassen worden, neemt ook haar nieuwsgierigheid toe en willen ze verkennen. Ze hoeft niet langer te roepen om een volwassene om het voorwerp van verlangen te verschaffen; ze kan het alleen vinden. Erikson wijst erop dat dit een tijd is voor het verkennen van iemands gevoel van onafhankelijkheid en individualiteit.
Volition and Initiative
Kinderen van 3 tot 6 hebben ook te maken met een ontwikkelende wil of initiatief. Zowel Erikson als onderwijsexpert Maria Montessori beschrijven de strijd van het kind om zijn eigen wil te beheersen en zich aan de wil van anderen te onderwerpen. Vaak moeten ouders hun wil uitoefenen boven die van het kind om het kind te leren zichzelf te beheersen. Erikson wijst er echter op dat sommige ouders en leraren een opmerking maken over "de wil breken" van het kind. Dit kan leiden tot verbale en fysieke uitingen, zoals schreeuwen.
Discipline of zelfregulering
Het streven naar autonomie en wilskracht is natuurlijk en essentieel voor de ontwikkeling van het kind, maar volwassenen moeten grenzen stellen aan het kind dat anders haar eigen gezondheid in gevaar zou kunnen brengen. Mantelzorgers wier doel het onderwijzen van discipline is, zullen een kind creëren dat wild ongehoorzaam of passief biddable is, zegt Montessori. Het belangrijkste is om interne zelfregulering te leren in plaats van een afhankelijkheid van externe discipline. Op deze manier voldoet het vermogen van het kind om te pauzeren en de beste actie te kiezen aan de behoefte aan autonomie.
Leren door een voorbeeld
Sommige kinderen zijn meer geneigd tot verbale expressie, ongeacht de opvoedingsstijl, en voor de 3-jarige kan dit schreeuwen betekenen. Ouders, broers en zussen en speelkameraden spelen echter ook een rol bij het leren hoe het kind zich moet gedragen. Psychologen, waaronder dr. Robert Cialdini en Judith Rich Harris, zeggen dat de leeftijdsgenoten van een kind invloedrijker kunnen zijn in het onderwijzen van gedrag dan zijn ouders. Ouders moeten zich bewust worden van wie hun kinderen hun uitdagende gedrag daarna modelleren. Soms zijn ouders zelf onbewust het modelleren van verbale agressie voor het kind.
Gezaghebbende versus autoritaire opvoeding
De meeste kinderpsychologen bevelen tegenwoordig 'gezaghebbend' boven 'autoritair' ouderschap aan. Terwijl de autoritaire opvoedingsstijl zich richt op het domineren van het kind en het breken van haar wil, richt de gezaghebbende ouder zich op het stellen van gezonde grenzen voor het kind terwijl hij haar zelfregulering leert. De autoritaire ouder wordt vaak beschreven als iemand die verwacht dat het kind zich zal onderwerpen omdat de ouder het 'zo' heeft gezegd. De gezaghebbende ouder heeft de neiging om de kans voor haar kind om te handelen te verminderen door te leren in plaats van te handhaven.