Dopamine, acetylcholine en de ziekte van Parkinson
De ziekte van Parkinson is een degeneratieve aandoening van het centrale zenuwstelsel. De vroegste symptomen houden verband met beweging en omvatten een beving, stijfheid, langzame bewegingen en moeilijk lopen. Latere symptomen zijn denk-, slaap-, emotionele en gedragsproblemen, waaronder dementie. De exacte oorzaak is onbekend, maar zowel genetische factoren als omgevingsfactoren lijken een rol te spelen. Deze factoren leiden tot de dood van dopamine-bevattende zenuwen in een deel van het middelste brein dat de substantia nigra pars compacta wordt genoemd. Dopamine en acetylcholine hebben beide een rol in dit deel van de hersenen. Het is belangrijk om een arts te raadplegen voor de diagnose en behandeling van de ziekte van Parkinson.
Twee van de verschillende klassen geneesmiddelen die worden gebruikt bij de ziekte van Parkinson versterken dopamine of antagoniseren acetylcholine. (Afbeelding: allou / iStock / Getty Images)Dopamine functie
Dopamine komt vrij in veel gebieden in de hersenen; er zijn echter vier belangrijke paden. De mesolimbische route is betrokken bij beloning en versterking. De mesocorticale route helpt de emotionele respons en motivatie te reguleren. De tuberoinfundibulaire route helpt het hormoon prolactine te reguleren. De nigrostriatale route helpt bij het produceren van beweging en is de belangrijkste route die wordt beïnvloed bij de ziekte van Parkinson. Na het verlies van 80 procent of meer van de zenuwcellen in de substantia nigra zullen zich symptomen van de ziekte van Parkinson ontwikkelen. Het mechanisme dat ten grondslag ligt aan het verlies van deze dopaminecellen is onbekend.
Dopamine-medicatie
Het meest voorkomende geneesmiddel dat wordt gebruikt om de ziekte van Parkinson te behandelen, is levodopa. In tegenstelling tot dopamine kan levodopa de barrière tussen het bloed en de hersenen overschrijden. Het wordt omgezet in dopamine door een enzym genaamd dopa-decarboxylase in de hersenen en kan een deel van het verloren dopamine vervangen. Het wordt samen met het geneesmiddel carbidopa toegediend, dat dopa-decarboxylase buiten de hersenen remt, waardoor de omzetting van levodopa in dopamine in het lichaam wordt verminderd en de bijwerkingen worden verminderd. Dopamine-agonisten zoals bromocriptine binden aan zenuwcellen en bootsen de werkingen van dopamine na. MAO-B-remmers verminderen het metabolisme van dopamine.
Acetylcholine-functies
In het centrale zenuwstelsel helpt acetylcholine met aandacht, opwinding, beloning en sensatie tussen andere functies. In de normale middenhersenen is er een balans tussen dopamine en acetylcholine. Het verlies van dopamine tilt de balans naar teveel acetylcholine, wat ook bijdraagt aan de motorische symptomen.
Acetylcholine Medicijnen
Acetylcholinegeneesmiddelen voor de ziekte van Parkinson worden anticholinergica genoemd. Ze blokkeren de signalering van acetylcholine om de balans van dopamine naar acetylcholine te helpen herstellen. Deze medicijnen worden vaker gebruikt bij jongere mensen en helpen meer met symptomen zoals tremor dan met een tragere beweging. Vaak voorkomende bijwerkingen zijn droge mond, GI-klachten, wazig zien, slaperigheid en verhoogde hartslag.