Verschillen tussen antilichaam en antibioticum
Een infectie omvat de kolonisatie van weefsels in het lichaam door bacteriën, virussen of schimmels. Tijdens het infectieproces komt het infectieuze agens het lichaam binnen, identificeert cellen die specifieke factoren bevatten die infectie vergemakkelijken en koloniseert vervolgens cellen of weefsels, wat leidt tot ziekte. Zowel antilichamen als antibiotica spelen een rol bij het bestrijden van infecties, maar ze verschillen op een aantal manieren.
Antibiotica morsen uit een glazen pot. (Afbeelding: motorolka / iStock / Getty Images)Chemische structuur
Antilichamen en antibiotica hebben typisch heel verschillende chemische structuren. Elk antilichaammolecuul bevat twee grote eiwitten, zware ketens genaamd, die binden aan twee kleinere eiwitten, de zogenaamde lichte ketens, die zich allemaal aan elkaar binden om een Y-vormige structuur te vormen, volgens de Universiteit van Arizona. De uiteinden van de lichte en zware ketens vormen het variabele gebied, waardoor elk antilichaam kan binden aan één specifiek molecuul of antigeen om een specifiek type infectie te helpen bestrijden. Hoewel het variabele gebied verschilt van antilichaam tot antilichaam, blijft de algemene structuur van elk antilichaammolecuul consistent. Daarentegen kunnen antibiotica een breed scala aan structuren bevatten, waaronder series van chemische ringen, en ze vertonen niet dezelfde structurele consistentie als antilichamen.
Oorsprong
Een ander groot verschil tussen antilichamen en antibiotica is hun respectievelijke oorsprong. Antistoffen worden van nature in het lichaam geproduceerd door cellen van het immuunsysteem. Als reactie op een binnenvallende ziekteverwekker veroorzaakt de stimulatie van het immuunsysteem de synthese van antilichamen die kunnen worden gebruikt om de infectie te bestrijden. Alle van nature voorkomende antilichamen worden in het lichaam gegenereerd in gespecialiseerde bloedcellen die B-cellen worden genoemd.
Antibiotica kunnen daarentegen uit verschillende bronnen komen. Deze chemicaliën kunnen worden gezuiverd uit planten of micro-organismen die deze chemicaliën van nature produceren om infecties te bestrijden.
Werkingsmechanisme
Antilichamen en antibiotica verschillen ook in hun werkingsmechanisme: de manier waarop ze ziekteverwekkers doden en infecties bestrijden. Antilichamen geproduceerd in B-cellen binden aan specifieke factoren, antigenen genaamd, die op het pathogeen worden aangetroffen. Zodra een antilichaam een antigeen bindt, triggert het antilichaam een activatie van het immuunsysteem. Het antilichaam signaleert dat de cellen van het immuunsysteem de infectieuze indringer overspoelen en verteren, waardoor de infectie wordt geneutraliseerd.
Antibiotica daarentegen werken meestal door het remmen van essentiële cellulaire functies die de infectieuze bacteriën nodig hebben om te leven en zich te delen. Penicilline, het eerste ontdekt antibioticum, werkt door het voorkomen van de synthese van de celwand, een essentiële stap in de bacteriële celdeling, volgens het Elmhurst College. Zonder de juiste celwandvorming kan water de bacteriën binnendringen en de cel laten barsten, waardoor de infectie wordt behandeld.