Gitaaroefeningen om de vingerkracht en flexibiliteit te verbeteren
Spelen met de gitaar vereist sterke, flexibele vingers. Je moet in staat zijn om je vingers gemakkelijk langs de hals van de gitaar te bewegen terwijl je de snaren stevig vasthoudt. Je vingers hebben ook de juiste behendigheid nodig om zowel samen te werken als onafhankelijk van elkaar. Door je vingers uit te strekken en regelmatige vingeroefeningen te doen, houd je je handen los en vorm je het voor het gitaarspel.
Handopwarming
Fysiek opwarmen van de spieren in je handen is een goed idee voordat je begint met het oefenen van je gitaar. Het zal krampen en pijn helpen voorkomen. Een basisoefening is om uw handen een paar keer op een rij eenvoudig te openen en te sluiten. Maak stevige vuisten met beide handen en houd ze een paar seconden vast. Open vervolgens je hand breed en laat je vingers uitstrekken. Houd de stretch een paar seconden vast; maak opnieuw een vuist. Draai je handen een paar keer in de ene richting naar de polsen en een paar keer in de andere richting.
Vinger strekken
Het is ook een goed idee om je vingers goed uit te strekken voordat je je gitaar speelt. Net zoals elke spier voor het trainen, moeten uw vingers en handspieren uitgerekt worden als u verwacht dat ze goed zullen presteren. Dit zal helpen om uw handen flexibeler te maken en pijn of krampen door overmatig gebruik te voorkomen. Om uw vingers te strekken, plaatst u het topje van uw vinger op de rand van een tafel en beweegt u uw hand langzaam omhoog terwijl u uw vingertop stevig houdt. Trek hem iets uit en keer terug naar de beginpositie. Herhaal vervolgens de oefening met elke vinger op beide handen.
De worm
De worm is een akkoordoefening die je op je gitaar speelt en die je zal helpen je handen op te warmen en je vingers los te maken. Het regelmatig oefenen van deze oefening zal ook helpen om je behendigheid en snelheid te verbeteren met vingeren op de hals van de gitaar. In het begin kom je waarschijnlijk niet ver op deze oefening. Met oefening en tijd kun je de routine uitvoeren van het ene uiteinde van de nek naar het andere. Begin met je eerste vinger op de E-snaar in fret 9, tweede vinger op B in fret 10, derde vinger op G in fret 11 en vierde vinger op D in fret 12. Selecteer elke snaar één keer en beweeg vervolgens elke vinger een fret, één voor één, terwijl je elke snaar speelt. Dus, tijdens je tweede spel, heb je alle vingers op dezelfde plek, behalve dat je eerste vinger van fret 9 naar fret 8 moet gaan. Bij het volgende spel zal je tweede vinger van fret 10 naar fret 9 gaan. Volgende spelen, je de derde vinger gaat van 11 naar 10 enzovoort. Blijf zo spelen totdat je voelt dat je vingers te moe zijn om door te gaan.