Verschillen tussen koolhydraten en lipiden
Je lichaam heeft een gestage toevoer van voedingsstoffen nodig om normaal te kunnen functioneren. Macronutriënten zijn stoffen die je lichaam nodig heeft in grote hoeveelheden, waaronder koolhydraten, vetten en eiwitten. Koolhydraten en lipiden, of vetten, dienen als de primaire brandstoffen en energieopslagchemicaliën van je lichaam. Hoewel het metabolisme van koolhydraten en lipiden met elkaar samenhangen, verschillen deze macrovoedingsstoffen op verschillende belangrijke manieren.
Calorische inhoud
De calorische inhoud van een macronutriënt beschrijft hoeveel energie uw cellen genereren bij het metaboliseren van de stof. Koolhydraten, inclusief suikers en zetmeel, voorzien je lichaam van 4 calorieën energie per gram. Lipiden bieden meer dan tweemaal het aantal calorieën van koolhydraten, wat 9 calorieën energie per gram oplevert.
oplosbaarheid
Koolhydraten lossen op in water en reizen gemakkelijk door je bloedbaan en weefsels. Lipiden lossen echter niet op in water. Om het probleem van onoplosbaarheid te ondervangen, worden lipiden gecoat met in water oplosbare eiwitten om microscopische complexen te vormen die lipoproteïnen worden genoemd. Lipoproteïnen transporteren lipiden via de bloedbaan door je hele lichaam.
Spijsvertering en absorptie
De vertering en opname van koolhydraten en lipiden gebeurt via verschillende mechanismen. Omdat koolhydraten in water oplosbaar zijn, werken enzymen uit je speeksel, pancreas en dunne darm direct op suikers en zetmeel in het voedsel dat je consumeert. De enzymen breken koolhydraten af in eenvoudige suikers, monosacchariden genoemd, die in uw bloedbaan terechtkomen voor distributie naar uw organen en weefsels.
Lipiden vereisen een complexer spijsverteringsproces. Je lever produceert gal, die de galblaas na een maaltijd in je dunne darm afgeeft. Gal breekt grote lipidedruppeltjes af in microscopisch kleine druppels, die vervolgens worden verteerd door enzymen uit uw pancreas. De voeringcellen van uw dunne darm absorberen de verteerde vetdeeltjes en pakken deze opnieuw in voordat ze in uw bloedbaan terechtkomen, getransporteerd door dragereiwitten.
Primaire functies
Het leveren van energie voor uw organen en weefsels is de primaire functie van koolhydraten in de voeding. Uw cellen absorberen de suikerglucose met behulp van het hormoon insuline uit uw pancreas. In uw cellen ondergaat glucose een reeks chemische reacties die energie produceren. Opgeslagen koolhydraten, bekend als glycogeen, leveren de suiker die nodig is om uw lichaam normaal te houden tussen maaltijden.
Lipiden hebben verschillende belangrijke functies, waaronder het vergemakkelijken van de absorptie en distributie van in vet oplosbare vitaminen; structurele stabiliteit voor uw cellen; en het beschermen van vitale organen. Als je meer calorieën eet dan je nodig hebt, slaat je lichaam overtollige calorieën op als lipiden in vetcellen. Obesitas is een fysieke manifestatie van calorie-inname die de door het lichaam gebruikte energie overschrijdt.