Welk spijsverteringsenzym wordt geproduceerd door de lever?
De menselijke lever is een orgaan dat zich in de buik bevindt, met zijn grotere lob aan de rechterkant van het lichaam. De lever is de grootste klier in het lichaam en bezit opmerkelijke regeneratiemogelijkheden. De klier scheidt gal af, een groen gekleurd spijsverteringsenzym dat tijdens het vasten in de galblaas wordt bewaard. Galzuren helpen bij de vertering, naast andere functies.
Gal productie
Het sympathische zenuwstelsel stimuleert de galproductie. De productie is continu, hoewel het laagst tijdens vasten, omdat het het meest nodig is tijdens de spijsvertering en gepaard gaat met hoge metabolische kosten. De productie vertraagt om energie te besparen voor onmiddellijk benodigde metabole processen.
De menselijke lever produceert elke dag ongeveer 400 ml tot 800 ml gal. Hepatocyten van de lever scheiden gal af, die vervolgens wordt afgegeven in de canaliculi voordat ze de galkanalen binnentreden. De galkanalen voegen aan deze afscheiding een vloeistof toe die rijk is aan bicarbonaten. Vervolgens veroorzaakt een hormoon cholecystokinine (CCK) galblaascontractie, die gal in de twaalfvingerige darm loost. De twaalfvingerige darm is het eerste deel van de dunne darm. Hier vermengt de vloeistof zich met pancreasenzymen om het voedsel verder te verteren. De vloeistof is alkalisch en neutraliseert maagzuren in de dunne darm.
Wat gal doet
Gal bevat bilirubine, galzuren, cholesterol en fosfolipiden. Samen helpen deze componenten bij de spijsvertering door te fungeren als een reinigingsmiddel, emulgerende vetten. Gal helpt ook bij het verwijderen van afvalstoffen door de lever.
De afbraak van hemoglobine veroorzaakt bilirubine. Bilirubine wordt over het algemeen als afval beschouwd, maar het is ook een krachtige antioxidant die peroxyloxidanten vermindert. Een abnormale accumulatie van bilirubine in het lichaam resulteert in geelzucht, die wordt opgemerkt als een geelachtige huidverkleuring.
Galzuren zijn cholesterolderivaten met amfipathische gezichten. Dit betekent dat hun gezichten zowel hydrofobe als hydrofiele eigenschappen hebben. Deze eigenschappen zorgen ervoor dat de zuren lipiden effectief kunnen emulgeren en ze door waterige milieus kunnen transporteren.
Galafscheiding Antagonisten
Galstenen zijn de meest voorkomende antagonisten van galafscheiding. De stenen vormen uit verharde galkanalen en galblaaskanalen. De meest gebruikelijke oplossing is om de galblaas te verwijderen, omdat het geen vitaal orgaan is.
Cirrose is een leveraandoening. Ziekten zoals chronische hepatitis, chronisch alcoholisme, galwegaandoeningen en erfelijke aandoeningen veroorzaken cirrose. Cirrose vernauwt de lever en voorkomt de stroom van gal in en uit het orgel.
Tumoren in de galwegen kunnen ook de galafscheiding beïnvloeden. De twee meest voorkomende soorten zijn Klatskin's en distale galwegtumoren. De meest effectieve behandeling voor distale ducttumoren is om de tumor volledig te verwijderen, samen met een Whipple-operatie (zie bronnen). De meest voorkomende behandeling voor de Klatskin-tumoren is om de tumor volledig te verwijderen, samen met het verwijderen van één lob van de lever.