Wat zijn de gevaren van het drinken van isopropylalcohol?
Isopropylalcohol is beter bekend als ontsmettingsalcohol. Volgens het U.S. Department of Energy is het een eenvoudige, synthetisch geproduceerde alcohol, bestaande uit drie koolstofatomen, acht waterstof- en één zuurstofatoom, met tal van industriële, medische en huishoudelijke toepassingen. Het moet echter niet worden verward met alcohol in drank of wijn. Die vloeistof staat bekend als ethanol of ethylalcohol. Inname van isopropylalcohol geeft een aantal gezondheidsrisico's. Het Internationale Programma voor Chemische Veiligheid meldt dat het drinken van 240 ml, of 8 oz., Ernstige of dodelijke gevolgen kan hebben voor mensen.
Effect van het zenuwstelsel
Het drinken van isopropylalcohol heeft een onmiddellijk effect op het centrale zenuwstelsel. Volgens de Mayo Clinic regelt het CNS de onwillekeurige acties van het lichaam, waaronder hartslag, ademhaling en propreflex. Isopropylalcohol vertraagt deze functies en schakelt ze mogelijk helemaal uit. De richtlijnen van de Occupational Safety and Health Agency melden dat de CNS-schade ook tot coma kan leiden.
Interne brandwonden
Inslikken van de agressieve alcohol irriteert ernstig slijmvliezen, volgens IPCS. Deze gevoelige weefsels omringen de keel en luchtwegen en isopropyl beschadigt ze bij contact. Dit branden manifesteert zich in krampen en hevige pijn. OSHA schrijft dat in het geval van "massale ingestie" pulmonale zwelling ook zal optreden.
Hart en bloed veranderingen
De IPCS meldt dat de ernstigste veranderingen in het lichaam optreden binnen 30 tot 60 minuten na inname. Toxines in de alcohol modificeren lichaamsfuncties, die de afgifte van bloed door het lichaam beïnvloeden. De Mayo Clinic schrijft dat de hartslag afneemt door veranderingen aan het centrale zenuwstelsel. Als gevolg hiervan vertraagt de hartslag en daalt de bloeddruk. Zonder vers circulerend bloed kunnen organen falen. Alle alcoholen fungeren als bloedverdunners. Isopropyl is zo sterk dat het hypothermie en daaropvolgende hartstilstand kan veroorzaken. Het dunner worden van het bloed zorgt er ook voor dat de bloedsuikerspiegel zo sterk daalt dat toevallen kunnen optreden.