Startpagina » Weight Management » De effecten van een eiwitrijk dieet op urine

    De effecten van een eiwitrijk dieet op urine

    Een eiwitrijk dieet is een populaire optie voor mensen die proberen te verliezen of aankomen. Omdat eiwitten de bouwstenen van spieren vormen, hopen volgelingen met een hoog eiwitgehalte spieren te krijgen of spiermassa te behouden terwijl ze proberen af ​​te vallen. Diëten met een te hoog eiwitgehalte kunnen echter een negatief effect hebben op het renale systeem. Deze effecten komen voor in de urine, een afvalproduct van het renale systeem.

    Biefstuk is rijk aan eiwitten. (Afbeelding: Pavlo_K / iStock / Getty Images)

    Ureum

    Eiwit bestaat uit stikstof-, koolstof-, zuurstof- en waterstofmoleculen. Het lichaam kan al deze, maar stikstof, metaboliseren. Stikstof is essentieel voor het vormen van veel verschillende aminozuren die nodig zijn voor de lichaamsfunctie, maar overtollige stikstof moet worden uitgescheiden. De lever zet overtollig stikstof om in ureum, dat vervolgens door het bloed en naar de nieren reist om te worden uitgefilterd. Een eiwitrijk dieet kan resulteren in een verhoogde ureumproductie; overtollig ureum kan in de urine verschijnen.

    urineren

    Een eiwitrijk dieet vergemakkelijkt een grotere productie van urinevolume. De toename van ureum in het lichaam, stimuleert de behoefte aan meer filtratie door de nieren. Dit betekent dat er meer water uit het bloed wordt getrokken om de verwijdering van ureum te compenseren. Overmatig plassen tijdens het volgen van een eiwitrijk dieet kan leiden tot uitdroging, merkt The American Kidney Fund op.

    Calcium

    Een studie uitgevoerd door Roichi Itoh, die in 1998 verscheen in het American Journal of Clinical Nutrition, vond dat een toegenomen eiwitconsumptie leidt tot verhoogd calcium in de urine. Hoewel het exacte mechanisme hiervoor niet goed wordt begrepen, is de impact van overmatig calciumverlies nog steeds erg belangrijk. Calciumverlies is geassocieerd met een verlies van botmineraaldichtheid en een toename van osteoporotische aandoeningen, vooral bij ouderen.