Hoe het skelet werkt met andere systemen in uw lichaam
Bescherming
Volgens het Emuseum van de Minnesota State University is een van de belangrijkste manieren waarop het skeletsysteem met andere systemen werkt, via bescherming. Van bijzonder belang is het vermogen van het skelet om het centrale zenuwstelsel te beschermen, dat bestaat uit het ruggenmerg en de hersenen. Het skelet omringt deze organen en beschermt gevoelig zenuwweefsel tegen trauma. Het skelet beschermt ook het hart en de longen in de borst via de ribben.
Spierstelsel
De interactie tussen het skelet en het spierstelsel is zo constant dat de twee orgaansystemen soms worden aangeduid als één systeem - het bewegingsapparaat. Aan beide zijden moeten skeletspieren worden bevestigd om ze te ondersteunen terwijl ze samentrekken. Meestal betekent dit dat elk uiteinde van een skeletspier is vastgemaakt aan een bot. Volgens Hillendale Health brengt het, wanneer een spier samentrekt, de twee botten dichter bij elkaar. Skeletspieren zijn verbonden met botten via banden van bindweefsel, pezen genaamd. Als een pees wordt doorgesneden, heeft de spier niets meer om tegen aan te vallen en wordt in wezen nutteloos.
Hematologisch systeem
Het skelet is belangrijk voor de samenstelling van het bloed, merkt Emusuem van de Minnesota State University op. In de botten bevindt zich een substantie die beenmerg wordt genoemd. Beenmerg is verantwoordelijk voor het maken van nieuwe bloedcellen. Rode bloedcellen zijn nodig voor het transport van zuurstof door het hele lichaam. Witte bloedcellen spelen een cruciale rol in het immuunsysteem. Omdat het beenmerg het gebied is waar deze cellen worden gemaakt, kunnen problemen met het skeletstelsel een enorm effect hebben op het hematologische systeem (het bloed).
Calciumhomeostase
McGraw-Hill merkt op dat het skelet ook een belangrijke rol speelt in de regulatie van calcium door het lichaam. Calciumspiegels in het bloed moeten binnen een zeer nauw bereik blijven om spieren en zenuwen correct te laten werken. Het skeletstelsel dient als het grootste reservoir voor calcium in het lichaam, waardoor het lichaam extra calcium kan krijgen wanneer de bloedspiegels laag zijn en overtollig calcium kan worden afgezet als er te veel in het bloed terechtkomt. De schildklier en de bijschildklieren scheiden hormonen af die cellen in de botten (osteoclasten en osteoblasten) vertellen als calcium moet worden vrijgegeven of in de botten moet worden opgeslagen..