Hoe werkt het cardiovasculaire systeem met het ademhalingssysteem?
Cardiovasculair systeem
Een goed begrip van de interactie tussen de luchtwegen en het cardiovasculaire systeem vereist kennis van hoe elk systeem onafhankelijk functioneert. Het cardiovasculaire systeem in het menselijk lichaam bestaat uit het hart en de bloedvaten, die zijn verdeeld in slagaders, aders en haarvaten. Het hart is verantwoordelijk voor het pompen van het bloed door de bloedvaten en is verdeeld in vier kamers, waarvan er twee verantwoordelijk zijn voor het verplaatsen van slecht geoxygeneerd bloed en van twee daarvan wordt zeer zuurstofrijk bloed verplaatst. Zuurstofrijk bloed, dat via de slagaders door het lichaam wordt gepompt, voorziet de weefsels van het lichaam van zuurstof die ze nodig hebben om te leven. Bloed in de bloedvaten staat onder hoge druk; echter, die het weefsel zouden kunnen beschadigen, dus dit zuurstofrijke bloed moet eerst naar de haarvaten gaan, dit zijn heel kleine en lagedruk-bloedvaten die verantwoordelijk zijn voor het leveren van het zuurstofrijke bloed aan de weefsels. Zodra de haarvaten hun zuurstof hebben afgegeven, nemen ze ook overtollig koolstofdioxide op in het bloed en voeren het vervolgens af naar de aderen, die het bloed vervolgens terug naar het hart brengen.
Ademhalingssysteem
Het ademhalingssysteem bestaat voornamelijk uit de luchtwegen, de longen en de structuren (zoals spieren) die lucht in en uit de longen helpen verplaatsen. De luchtweg, die begint met de neus en mond, gaat verder door de keel naar de bronchiën, kleine luchtwegen die uiteindelijk in de longen terechtkomen, die zijn bekleed met cellen die alveoli worden genoemd. Het andere deel van het ademhalingssysteem bestaat uit de spieren, zoals de intercostals (spieren tussen de ribben) en het diafragma, waardoor de longen uitzetten en samentrekken. Wanneer de grootte van de longen verandert, verandert ook de inwendige druk, wat leidt tot lucht die binnenkomt (inademing) of wordt gedwongen (uitademing).
wisselwerking
Het cardiovasculaire systeem en het ademhalingssysteem werken beide aan hetzelfde doel: zuurstof naar weefsels halen en koolstofdioxide uitstoten. Het ademhalingssysteem is betrokken bij het leveren van zuurstof aan het bloed en het verwijderen van koolstofdioxide. Wanneer het hart bloed met een laag zuurstofgehalte en veel koolstofdioxide ontvangt, pompt het dit via de longslagaders naar de longen. Wanneer de longen uitzetten en verse lucht uit de omgeving krijgen, wordt zuurstof (via de longblaasjes) overgebracht in het zuurstofarme bloed, dat dan ook wat van zijn kooldioxide terug in de longen stuurt. Nu dit bloed nieuwe zuurstof bevat, keert het terug naar het hart en pompt het vervolgens door het lichaam.